Het orakel van Florence
‘Bij zijn overlijden werd in heel Florence getreurd, en geleerden uit heel Europa betuigden hun medeleven.’ Dat schrijft Antonfrancesco Marmi in 1719 in zijn Elogio, vijf jaar na de dood van Antonio Magliabecchi, die 82 jaar werd, en in die tijd 30.000 boeken en manuscripten had verzameld. En gelezen. Zijn koosnaam was divoratore de’ libri, ‘de boekverslinder’. Hij was bibliothecaris van Cosimo III de’ Medici en nog enige andere Florentijnse bibliofielen, maar het grootste deel van zijn werkdag, en vooral zijn werknacht, bracht hij thuis door. Lezend. De bibliofolklore wil ook dat hij Florence slechts eenmaal in die 82 jaar heeft verlaten, en wel voor een uitstapje naar Prato. Veertig kilometer, heen en terug. Maar daar kon hij dan wel een uniek handschrift gaan bekijken.
Alles wat hij wist had hij zelf gelezen. Wat hem uniek maakt, is dat hij alles wat hij had gelezen niet kon vergeten. Tegen Cosimo zou hij ooit gezegd hebben dat een bepaald werk zich uitsluitend in een bibliotheek in Constantinopel bevond – 3.000 kilometer heen en terug – en wel in kast twee aan de linkerkant, plank twee van bovenaf.
Magliabecchi is ‘het orakel van de geleerde wereld’ genoemd en ook wel ‘de vleesgeworden bibliotheek’. In de Latijnse versie van zijn naam, Antonius Magliabechius, werd een anagram ontdekt: Is unus bibliotheca magna, ofwel ‘Hij is op zichzelf een enorme bibliotheek’.
Magliabecchi reisde op papier. Hij correspondeerde met ‘geleerden uit heel Europa’, zoals Marmi het zegt. Beter nog: zij correspondeerden met het orakel. Maar als ze toch in de buurt van Florence waren, dan waren ze welkom. Nederlandse correspondenten waren de classicus en Leidse bibliothecaris Gronovius, de theoloog Frans Burman uit Utrecht, en de Amsterdamse drukker en boekhandelaar Andries Fries. Theoloog Johannes Heyman bezocht Magliabecchi in 1710, op weg naar Constantinopel. Pieter Blaeu, zoon van cartograaf Joan, moet hem goed gekend hebben. Toen Cosimo in 1667 door de Lage Landen reisde, leidde Pieter hem rond door Amsterdam. Magliabecchi was er niet bij. Het mooiste Nederlandse eerbetoon aan Magliabecchi is echter de opdracht die Antoni van Leeuwenhoek liet drukken aan het begin van zijn baanbrekende studie Arcana Naturae Detecta. Maar ook de lof van Isaac Disraeli mag er zijn. In zijn Curiosities of Literature schrijft hij: ‘Eigenlijk zou hij deze Curiosities geschreven moeten hebben.’
Er is geen enkele publicatie van Maggliabecchi’s hand bekend. Hij hield van herinneren.
Ed Schilders
Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het tijdschrift Argus op 10 november 2020.