Ongevallen

Een van de meest onderhoudende Nederlandstalige ‘boeken over boeken’ is ongetwijfeld De omgevallen boekenkast van Hans van Straten. Toen het in 1987 verscheen, stelde het me in eerste instantie toch wat teleur. Dat was mijn eigen schuld, want ik had gehoopt in deze uitgebreide verzameling aforismen en korte bespiegelingen (waarin naar schatting zo’n honderd doden vallen) ten minste één dodelijk slachtoffer onder een omgevallen boekenkast te mogen aantreffen. In het motto van het boek meldt Van Straten al meteen dat we gaan lezen over ‘omgevallen boekenkasten’ in de betekenis van ‘belezenheid’. Hij heeft de titel – en de ironie ervan – ontleend aan een ‘Kronkel’ (1950) waarin S. Carmiggelt zich vermomt als een dichter die zijn eruditie etaleert. Van Stratens boekenkast viel gelukkig wél echt om, zij het niet uit zichzelf. Het was op een winteravond ‘dat ik door ontroering overmand met een onbeheerste beweging een van mijn topzwaar geworden boekenkasten, omver stootte...’ Met als gevolg dat ‘de inhoud zich verspreidde tot in alle hoeken van de kamer.’

Ik heb ook na 1987 geen Nederlandse auteur gevonden die aan een boekenkast is overleden. In vergelijking met het buitenland zijn wij daar blijkbaar niet bedreven in. Toen Martin Ros, redacteur bij de Arbeiderspers, in 2020 overleed, maakten veel berichten melding van zijn bibliodoodswens: bedolven te zullen worden onder boeken. Het werd hem niet vergund. Bij de Arbeiderspers huisde Ros tussen boekenbergen op de zolder boven de kamer van uitgever Theo Sontrop. Met enige vreze stelde Sontrop op zekere dag vast dat de zoldervloer weer wat verder was doorgebogen. Ernstiger  gevolgen werden daardoor voorkomen.

Voor zover ik weet, is Wim Kan de enige Nederlander die aan de dood-door-boekenkast  ontsnapt is (aanvullingen zijn welkom). Met zijn A.B.C.-cabaret toerde hij in 1940 door Indië. In een geïmproviseerde kleedkamer spanden ze een ijzerdraad tussen een muur en een beglaasde boekenkast om er de kostuums aan op te hangen. In de Haagsche Post deed hij er verslag van: ‘de heele glazen boekenkast, met alle boeken erin kwam langzaam voorover vallen. Het was een afschuwelijk moment, hoe we daar wanhopig duwend trachtten met ons allen den val te breken die niet te breken was. Het scheelde weinig of de helft van de A.B.C.'ers had een roemloozen maar litterairen dood gevonden onder de boekenkast! We zagen  bleek door onze schmink heen.’

 

Ed Schilders

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het tijdschrift Argus op 15 september 2021.

 

Gravure door Johann Rudolph Schellenberg, 1785.