Om Honingh

Wie veel van Vondel wist en daarover publiceerde, werd in de eerste helft van de vorige eeuw een ‘vondelaar’ genoemd, en de grootste aller vondelaren was Bernard Molkenboer (1879-1948). Dominicaan, oprichter van de Vondelkroniek, vanaf 1933 buitengewoon hoogleraar in de Vondelstudies aan de Universiteit van Nijmegen, eredoctor aan de Universiteit van Amsterdam in 1937. Een anekdote wil, dat zijn Nijmeegse studenten hem typeerden met dit epigrammetje: Nooit molk ’n boer/ Een koe zo goed/ Als Molkenboer/ Het Vondel doet.

De Vondelbiografie die hij zou gaan publiceren zou uit zes delen bestaan, samen ongeveer 4000 pagina’s. Maar daar kwam iets tussen. De oorlog. De unieke verzameling van vondelaar Jan Sterck, waartoe Molkenboer als enige toegang had, werd veiligheidshalve opgeslagen in de kelder van warenhuis Vroom & Dreesmann in Nijmegen. Tijdens het zogenaamde vergissingsbombardement op Nijmegen op 22 februari 1944 werden warenhuis, kelder, en Vondel vernietigd. In september, tijdens de slag om Arnhem, moet de gevluchte Molkenboer vanuit de Ooypolder toekijken hoe Nijmegen wordt gebrandschat door de bezetter. Het kloosterhuis waar hij woont, gaat in vlammen op, en daarmee zijn Vondelboekerij. Als hij de balans opmaakt, schrijft hij: ‘Moeilijk zou ik kunnen zeggen, hoe sinister deze aanblik van onze verkolende en in elkaar zakkende huizen was, hoe schrikbarend leeg en hol wij ons voelden.’

Molkenboer schrijft dat in een kleine publicatie, getiteld Mijn Vondelbiografie en de oorlog (1945). Na een zwerftocht van vier maanden door het al bevrijde Brabant, klopt hij half januari 1945 op de voordeur van het klooster van de Zusters van Liefde in Tilburg. En wie doet daar open? Moeder Leonie. Ze herkennen elkaar onmiddellijk. Zestig jaar geleden zaten ze samen op de bewaarschool in de Kerkstraat in Amsterdam. Bernard krijgt een ereplaats in haar klooster: hij mag slapen in het bed waarin lang geleden aartsbisschop Zwijsen sliep. In de bibliotheken van Tilburg zet hij  zich aan het werk om het eerste van de zes voorgenomen delen van zijn Vondelbiografie te voltooien. De jonge Vondel, 668 pagina’s, verschijnt in 1950. Twee jaar na zijn dood. Het is een boek voor vondelaren. Mijn Vondelbiografie en de oorlog, 32 pagina’s, is voor iedereen. Omdat Marietje naast hem zat op die bewaarschool in de Kerkstraat. Omdat ze jarig waren op dezelfde dag. En omdat hij dan niet zegt dat hij toen verliefd op haar was, maar vondeliaans schrijft: ‘Daer heb ik eerst om honingh uitgevloghen.’

 

Ed Schilders

 

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het tijdschrift Argus op 1 september 2021.

 

Bernard Molkenboer. Portret door Huib Luns.