Bibliomantie

Het komt vaker voor dan je zou denken: de toekomst voorspellen met boeken ofwel ‘bibliomantie’. Het is echt veel makkelijker dan bijvoorbeeld tarotkaarten uitleggen of de tafel laten dansen. Ook u kunt zelf boekvoorspeller worden. Want wie zijn u en ik om te twijfelen aan wat  zelfs katholieke kerkvaders en heiligen als Antonius, Gregorius, en Augustinus over hun toekomst vernamen door boeken open te slaan? Stel uzelf een vraag, neem een geliefd  boek – liefst nogal dik, dat verhoogt de trefkans – sla het open, en lees die pagina’s. Daar staat het antwoord.

De bijbel was een geliefd orakelboek. Augustinus vertrouwde erop in de befaamde tolle lege-passage (‘neem en lees’) in zijn Belijdenissen, en besloot zich te bekeren tot de Kerk van Rome. Ook het werk van Vergilius en Homeros werd  in verleden tijden door lezers vertrouwbaar geacht als orakeltekst. Vandaar de termen sortes vergilianae en homeromanteion. Toen Giacomo Casanova plannen maakte om te ontsnappen uit de staatsgevangenis van Venetië raadpleegde hij Ariosto’s heldendicht Orlando furioso. Zijn vraag was: op welke dag, op welk tijdstip? Ariosto en Razende Roeland gaven het juiste antwoord.

Beduidend mindere profeten waren de katholieke literatuurcritici uit de vorige eeuw. Ze orakelden met de pen in de rechterhand en de Roomse Boekenwet in de linker. In jaargang 1918 van Boekenschouw noemt een anonieme scribent Frederik van Eeden ‘een auteur, niet voor mannen en vrouwen, maar voor dames en jongetjes’. En het zal nog erger worden. Over De kleine Johannes zegt hij: ‘...dan voorspel ik dat dit boek, o schande der natie, eerstdaags de morgen-lectuur op de kinderkamer zal zijn.’

De jezuïet Bernard Gielen was hoofdredacteur van Boekenschouw, en Louis Couperus was zijn bête noire. In 1915 schreef hij: ‘Wij willen er echter een lief ding onder verwedden, dat een nieuwe generatie er verstomd over zal staan hoe sommigen in onzen tijd in Couperus een kunstenaar hebben kunnen zien.’ En twee jaar later: ‘Ik durf gerust voorspellen dat door een komend geslacht Louis Couperus de literatuur wordt uitgeboend.’ Gielens mooiste mislukte voorspelling gaat over Paul van Ostayen, kort na diens dood in 1928 gepubliceerd: ‘Niemand kan toch aannemen dat de dichter van Het Sienjaal, de eerste of gelijk men soms wil de eenige expressionist van Vlaanderen, werkelijk een dichter was (...) zeer vermoedelijk zal de tijd nooit meer spreken over den dichter...’.


Ed Schilders

Dit artikel verscheen oorspronkelijk in het tweewekelijks tijdschrift Argus van 16 april 2021.

In de vroege ochtend van 1 november ontsnappen Casanova en een celgenoot ontsnapping uit de Piombi, de staatsgevangenis van Venetië. Met de hand ingekleurde lithografie (‘au pochoir’) van Auguste Leroux, uit de editie van zijn Histoire de ma vie bij Javal et Bourdeaux, Paris 1931.